Ketonen, dan toch?
In een vorige bijdrage ging het over de ondertussen welbekende ketonen die een hot item waren tijdens de voorbije Ronde van Frankrijk. We vertelden in eenvoudige bewoordingen wat ketonen zijn, hoe ze ontstaan in het lichaam van de sporter of niet-sporter en welke invloed toegevoegde ketonen al dan niet kunnen hebben op sportprestaties. De voorlopige conclusies waren dat het rendement van de exogene (=niet door het lichaam aangemaakt) ketonen bijlange niet bewezen is en heel waarschijnlijk niet opweegt tegen de exuberante prijs.
Tot slot stelden we dat het ketonenverhaal vermoedelijk niet toepasselijk is op duiven, onder andere door het tijdsverloop tussen inkorven en vliegen.
Vandaag gaan we op zoek of de ketonen en het verwante keto dieet ons toch niet op ideeën kunnen brengen wat betreft de duivensport...
De grote drie
Iedereen weet ondertussen dat er drie grote categorieën van voedingsstoffen zijn: koolhydraten (suikers en vezels), voedingsvetten (lipiden) en eiwitten (proteïnen). In grote lijnen kunnen we stellen dat de koolhydraten en vetten vooral dienen om energie op te wekken (warmte, beweging, levensfuncties) terwijl de eiwitten o.a. dienen voor spieropbouw en -herstel en voor de aanmaak van het skelet, organen, veren en alle mogelijk lichaamseigen stoffen zoals hormonen, eicellen, bloedlichaampjes enz.
Volgens de huidige kennis van de fysiologie van de duif is het duidelijk dat de energieomzetting bij het vliegen nogal verschilt van die van menselijke atleten (of zoogdieren in het algemeen) die vooral steunen op de aërobe (zuurstofrijke) verbranding van suikers in de vorm van opgeslagen glycogeen. Duiven zouden ook glycogeen opslaan en gebruiken maar dan vooral voor lichaamswarmte, werking hersenen en bij explosieve krachtinspanningen: opstijgen, vluchten, op snelheid komen, snelle manoeuvers enz. De rest en zeker het duurvliegen zou overwegend gebeuren op de - eveneens aërobe - verbranding van vetten. Eerst worden de vetten opgebruikt die in de bloedbaan en de lever circuleren en daarna de vetvoorraden in de spieren. Sommige specialisten-spierenkeurders menen dat je mits ervaring en gevoelige vingertoppen de capaciteit om meer of minder vet op te slaan kan voelen aan de malsheid en souplesse van de borstspieren.
Vetten
Uiteraard weet u wat vetten zijn. Denk hierbij aan alle soorten oliën, smeervet, vetranden aan het vlees, room en boter... of misschien aan je eigen horecaspieren of love handles. We zullen het hier natuurlijk niet hebben over smeerolie, kruipolie of motorolie.
Het meest eigene aan vetten is dat ze (haast) niet oplosbaar zijn in water en dat ze lichter zijn dan water en dus bovendrijven. Het grootste verschil tussen vetten en olie is de stollingsgraad. Kokosolie bv. ligt daar ergens tussen vermits het op kamertemperatuur stolt en er dan uitziet als een wit vet.
Er zijn veel uiteenlopende vetten en we kennen natuurlijk allemaal het onderscheid tussen verzadigde en onverzadigde vetten. Alleen is het vandaag niet meer helemaal zeker of dit onderscheid nog wel gelijk loopt met het onderscheid tussen ongezonde en gezonde vetten. Maar daar gaat het hier nu even niet over.
Het omzetten van vetten naar energie, of het nu gaat om lichaamsvetten of vetten uit de voeding, noemen we in de gewone taal 'vetverbranding'. Uiteraard komen daar geen vlammen bij te pas maar gaan de vetten combineren met zuurstof (voor verbranding heb je zuurstof nodig) om er via talrijke chemische reacties energie (o.a. bewegingsenergie of ATP) uit te halen.
MCT
We weten allemaal dat het ene vet het andere niet is… boter is geen margarine en olijfolie is geen reuzel. We noemden al verzadigde en onverzadigde vetten, maar er is nog een ander interessant onderscheid. Daarvoor een heel klein beetje elementaire chemie… Eetbare vetten worden ook triglyceriden genoemd: ze bestaan immers uit een glycerolkern (denk aan “glycerine”) en drie (“tri”) vetzuren. En nu komt het: die vetzuren zijn niet allemaal even lang en worden ingedeeld in korte, middellange en lange vetzuurketens. De middellange ketens tellen een aaneenschakeling van 6 tot 12 koolstofatomen (C), de korte minder dan 6 en de lange dus meer dan 12. Zo… u hebt het korte scheikunde-intermezzo overleefd. De vetten met middellange ketens worden meestal aangeduid met hun Engelse afkorting MCT wat staat voor Medium Chain Trigycerides.
En waarvoor is dat nu interessant, vraagt u zich ongetwijfeld af… Hoe korter de ketens, hoe gemakkelijker de vetten hun energie afgeven. In de praktijk zit het zo dat MCT-oliën niet de hele vertering door moeten om hun ketonen af te geven en om dus bruikbare energie in de lever en bloedbaan te brengen. Ze worden bij het verlaten van de maag vrijwel meteen opgenomen in het energiestelsel terwijl de LCT (Long CT) eerst moeten afgebroken worden in de spijsvertering met behulp van gal en diverse enzymen en pas na pakweg 6 uur hun energie kunnen afgeven of opgeslagen worden als lichaamsvet.
Maar u raadt het al: de meeste voedingsvetten bestaan uit die lange vetzuurketens.
Kokosolie
We hadden het al over het buitenbeentje kokosolie dat reeds stolt op kamertemperatuur. Maar ook op het vlak van de triglyceriden is kokosolie een illustere uitzondering, die vlotjes 60 tot 65% MCT-olie bevat. Palmpitolie bevat eveneens heel wat MCT en je vindt ook MCT’s in geitenmelk en… in de onvolprezen moedermelk. Maar voor de rest bevatten zowat alle oliën en vetten bijna uitsluiten LCT of lange vetzuurketens. Ja, ook de geroemde koudgeperste olijfolie, en al zeker de courante oliën zoals maïsolie, arachideolie enz.
Kokosolie, hier in gestolde vorm, heeft een smeltpunt rond de 25 graden. Op een goede zomerdag ziet dezelfde kokosolie er dan ook echt als olie uit.
Zou kokosolie dan toch al die wonderbare eigenschappen bezitten die haar op talrijke websites worden toegedicht? Zoals steeds zijn er ook de antistemmen die opperen dat kokosolie bijna volledig bestaat uit verzadigde vetzuren wat dan weer slecht zou zijn voor hart- en bloedvaten (lees voor de “slechte” cholesterol). Het is een beetje ontmoedigend dat, wat gezonde voeding betreft, er zo weinig eensgezindheid bestaat tussen de zogeheten deskundigen. Vandaag leest u dat koffie te mijden is, maar nog vóór het donker is, vindt u al een tegenartikel om het omgekeerde te verkondigen. Zowat om de dag verschijnt er een wetenschappelijk onderzoek dat één of ander wondermiddel of wonderregime aanprijst of juist helemaal de grond inboort. Geraak er maar uit wijs.
MCT (2)
De verschillende MCT’s hebben ook welluidende namen: capronzuur (C6), caprylzuur (C8), caprinezuur (C10) en laurinezuur (C12). In de eerste drie herkent u – mits een kleine talenknobbel – het Latijnse (of Italiaanse) capra: geit. En dat heeft dan weer alles te maken met die geitenmelk die ook die MCT’s bevat.
We onthouden vooral dat MCT-vetten gemakkelijk ketonen leveren aan de energiefabriekjes in de spieren. En was dat niet waar we naar op zoek waren?
Als u nu plannen maakt om te gaan experimenteren met MCT-oliën, dan heb ik nog goed nieuws voor u. In de handel (google maar “MCT-olie”) zijn naast kokosolie ook pure MCT-oliën te koop. Deze zijn geïsoleerd uit voornamelijk kokosolie en de beste merken bevatten overwegend vetzuren met 8 koolstofatomen (caprylzuur) wat volgens talrijke bronnen de beste formule zou zijn. Een bijkomend voordeel is dat de zo verkregen MCT-oliën vrijwel geurloos en smaakloos zijn in tegenstelling tot kokosolie.
Uiteraard zijn die MCT-oliën iets duurder dan slaolie of wat had u gedacht… Een halve liter kost al gauw meer dan 16 euro.
MCT-olie, een extract van overwegend kokosolie en palmpitolie dat enkel nog de vetzuren met middellange keten bevat.
Duiven en mensen
Ons uitgangspunt was de vraag of ketonen een meerwaarde kunnen hebben voor de sportduif. Vorige keer waren we het er al over eens dat exogene ketonen (uit het flesje) weinig zin hebben voor de postduif, maar niets belet ons om de duif extra vetten toe te dienen die gemakkelijk ketonen afgeven in de bloedbaan. En u weet: dat éne procentje kan een wereld van verschil maken in de sport.
Uiteraard zijn de MCT-oliën in de handel vooral bedoeld voor menselijk gebruik. De voordelen die eraan toegeschreven worden zijn wellicht wat dichterlijk overdreven… We citeren (bron: https://www.vitaa.nl/mct-olie/):
- Helpt bij afvallen en krachttraining
- Remt je eetlust en hongergevoel
- Wordt snel in je lichaam opgenomen
- Zorgt voor een hogere vetverbranding
- Ondersteunt je concentratie en immuunsysteem
- Geeft je een stabiele aanvoer van energie
Alsof dit niet genoeg is, zijn er ook claims dat MCT-vetten schadelijke bacteriën, virussen, schimmels en parasieten kunnen bestrijden; en dat ze antioxiderende (kankerwerende, ontstekingsremmende) eigenschappen zouden hebben. Op een andere site lezen we dat: (citaat) “kokosolie (caprinezuur, laurinezuur, caprylzuur) kan ingezet worden om Candida albicans te bestrijden, tumoren, seksueel overdraagbare ziekten, meningitis, herpes virus-6A, griepvirus, hepatitis C, mazelen, chronisch vermoeidheidssyndroom… en kan zelfs tandbederf met 80% verminderen. Ook helpt het de neveneffecten en symptomen van AIDS te verlichten. “
Maar papier is zoals u weet gewillig en het internet vaak nog gewilliger. Waarmee ik zeker geen standpunt inneem of cynisch wil doen!
Als uw belangstelling nu geprikkeld is, kan u rustig de rest van de dag spenderen met verder lezen op het internet hoe wonderbaar die MCT-oliën nog zijn en hoe je ze best toepast al dan niet binnen een ketogeen of koolhydraatarm dieet. Succes!
Bulletproof coffee: een alternatieve "capuccino" van koffie, MCT-olie en hoeveboter in de blender (belangrijk detail!). Lekker en een stevige energieboost voor lichaam en geest. Ook hierover heel wat te vinden op het internet.
Opgelet: overal wordt aangeraden om het lichaam eerst te laten gewennen aan kleine porties MCT-olie en daarna niet meer dan 1 of 2 soeplepels per dag te gebruiken. Dat zal ook wel gelden - binnen de aangepaste proporties - om het aan duiven te verstrekken.
Michel Bommerez
[Disclaimer: de artikelen in de reeks "Het Ei van Columbus" claimen geen enkele wetenschappelijke onderlegdheid of autoriteit.]