Georges en Luc Hayen, Duras (Sint-Truiden)
Klein maar... rapper
Op het ogenblik dat ik aan deze reportage begin te schrijven is het nog steeds de "talk of the day"... Of ik nu bij vrienden, bij de bakker of in de garage kom, vragen de mensen me dezer dagen steevast "of ik ook zo een dure duiven heb?" Ik wimpel die vraag dan ook even steevast af met de bedenking dat niet alles goud is wat blinkt... maar terzelfdertijd vraag ik me af of we de duivensport wel een plezier doen met die voor de media welgekomen barnumtoestanden. Gelukkig zijn er ook tegenpolen, en daarvan is de vader en zoon combinatie Hayen een schoolvoorbeeld. Met een bescheiden aantal duiven de grote hokken meer dan eens het nakijken geven, dat lijkt wel de specialiteit van Luc en Georges Hayen. Alleen kom je daarmee niet op het VTM-nieuws en nog minder bij Van Gils en zijn gasten.
Eerst Georges
Georges Hayen (°1938) kwam in 1960 met zijn jonge gezin in Duras wonen, toen nog Gorsem en nu deelgemeente van Sint-Truiden. Ze bouwden er hun huis op een steenworp van het Kasteel van Duras. Dat was overigens ook het jaar dat zoon Luc geboren werd. Geld voor een duiveninstallatie was er niet, maar Georges die groot gebracht was tussen de duiven wilde toch ook zelf met de duiven beginnen en dus werd er een voorlopig hokje gemaakt op zolder. U kent het: een paar pannen wegnemen, een kijker steken en wat bakken ineen timmeren. Luxe hebben duiven niet nodig. Er werd vitesse gespeeld, met wisselend succes zoals dat heet. Georges werkte in 3-ploegenstelsel bij Cockerill en dat is zeker niet het ideaal voor een duivenman. Niet enkel had hij een zeer onregelmatig dag- en nachtschema, maar hij was ook veel onderweg met bus en trein van en naar het werk en moest ook weekenddienst draaien. Het was dan ook pas nadat Luc zich als jonge snaak voor de duiven ging interesseren dat het wat beter ging draaien in Duras. Ze gingen toen ook op zoek naar betere duiven, want zonder kwaliteitsduiven gaat het natuurlijk niet. Er werden duiven gehaald bij Fons Omloop en bij Jos en Filip Herbots. "Daar waren we echt meteen goed mee", mijmert Georges. Het waren vooral Stocesduiven en enkele vale en rode uit de oude Reggerssoort. "We hadden in die jaren een rode crack tussen die duiven van Herbots", weet Luc nog.
Gebroken vleugel
Er werd verder gebouwd op die basisduiven en er kwam wel eens een duif bij van een goed spelende streekgenoot. In 1978 ging Luc industrieel ingenieur studeren, eerst in Hasselt en daarna op de nieuwe campus Diepenbeek. "Weet je dat Filip daar toen directiesecretaris was?" vraagt Luc me. Het toeval wil dat ik dat inderdaad wist. Maar studeren en met duiven spelen is ook niet de ideale combinatie, dus er kwam even een rustiger periode in het duivenspel. Daarna kwam er een nieuw en misschien wel definitief elan met de aanschaf van enkele Clerinxduiven. Ze kenden uiteraard Miel Clerinx van het naburige Nieuwerkerken, ze kenden ook de kwaliteit van hun ingeteelde duivenfamilie en ze wisten bovendien dat de Clerinxduiven wonderwel combineerden met die van Herbots. Dus waarom niet? We waren ondertussen eind jaren 80. Luc was ondertussen voltijds aan het werk als ingenieur , maar bleef intensief betrokken bij het duivenspel bij vader thuis. Maar Clerinx dus: ze kochten er enkele duifjes en konden er bovendien beslag leggen op een duif die een eerste gevlogen had van Orleans maar kort erna zijn vleugel had gebroken en dus uitgeschakeld was voor de vliegploeg. Zoals verwacht, was dat een hele goede inbreng. "Wij hebben nogal geluk als we iets nieuws inbrengen," weet Luc me te vertellen. Hij laat in het midden of het geluk of kunde is... We komen er nog op terug.
Nog Clerinx
Voor een Limburgse liefhebber is de naam Clerinx haast even legendarisch als die van Janssen Arendonk. Dat ze een goed ingeteelde duivenstam hadden, was daar niet vreemd aan en daarin geleken ze ook wat op de fameuze broers uit Arendonk. Ook Miel en Richard slaagden er wonderwel in om hun duivensoort op peil te houden zonder al te veel nieuwe inbreng. Verwijderde inteelt, weet je wel. Op het bijgaande schema kan u zich een beetje een beeld vormen van hoe de duivenstam Clerinx tot stand kwam en ziet u ook enkele hokken die met succes Clerinxduiven inbrachten: Fie Princen, Clement Robben, Fernand Mariën, Marc Medard... maar het zijn er véél en véél meer, vooral Limburgse hokken die hun kolonie versterkten met Clerinxbloed. Niet in het minst de gebroeders Herbots die op de verkoping in bis de fameuze As Clerinx kochten en Jos Thoné die er de moeder van kocht.
Maar Miel en Richard hadden niet enkel de As natuurlijk. Ze hadden een hok vol toppers zoals de legendarische 600, de Bijter, de Darco, de Kleine Blauwe, de Limoges, de Goede Blauwe... enz. Luc en Georges Hayen kenden natuurlijk ook die exploten en die goede duiven en in '98 gingen ze bij Richard een ingeteelde duivin kopen uit zowat het beste van de kolonie. Het was een witkopduivin direct uit de Bijter, een zoon van de 600.
Den Bijter, 5107905-96, vloog een uitzonderlijk palmares bijeen voor de tweelingbroers Clerinx met o.a.
- 1 Soissons 1298 p.
- 3 prov. Limoges 923 p.
- 10 prov. Bourges 1417 p.
- 10 prov. Limoges 1123 p.
De duivin die ertegen zat was ook al ingeteeld naar de 600, en wel uit een dochter van de 600 x een kleinzoon van de 600, namelijk de 5107930-96, zijnde de Goede Blauwe met onder meer
- 2 nat. Limoges 12175 d. (1 prov.)
- 5 prov. Châteauroux 2922 d.
- 1 Bourges 134 d.
- 1 St-Witz 303 d.
Dat de lijn van de 600 het allerbeste was, bewees ook de vader van die Goede Blauwe, namelijk de Limoges die 2 provinciaals won en een zoon was van weeral die 600:
- 1 prov. Limoges 733 d.
- 1 prov. Clermond-Ferrand 2220 d.
Uit die wondere smeltkroes haalden vader en zoon Hayen dus hun Witkopduivin, 5092545-98. Drie keer de 600 op haar stamkaart (al bestond dat toen nauwelijks) dat kon toch niet verkeerd gaan? Natuurlijk niet, en als de naam Hayen vandaag in steen gebeiteld staat met diverse provinciale overwinningen en podiumplaatsen, zit die Witkopduivin er zeker voor een leeuwenaandeel in tussen.
Nog Hayen
Die Witkop moest natuurlijk een partner hebben. Ze werd met diverse duiven van het hok gepaard en gaf goed bruikbare duiven, maar die echte topkwaliteit, die kwam er nog niet uit. Het toeval zou een beetje helpen en dat toeval luisterde naar de naam Guy Hayen. Guy Hayen (geen directe familie) was sinds vele jaren vriend aan huis bij Georges Hayen. In die periode speelde Guy - die thuis zelf geen duiven heeft - samen met wijlen Albert Meugens in Mechelen-Bovelingen (Heers). Meugens had in die tijd goede duiven, echt goede! De basis was - weeral - Clerinx, aangevuld met de duiven die in die periode furore maakten in de streek, namelijk de snelle duivels van Jos Soontjens (Wommelgem). Het was vooral Pros Roosen die levende reclame voerde voor de Soontjens en ze ook met gulle hand verspreidde via zijn kameraden Armand Schoolmeesters, Roland Coenen et tutti quanti. Daar had Meugens ze ook van.
Op een dag - dat zal zowat in 1999 geweest zijn - kwam Guy Hayen bij zijn naamgenoten vertellen dat zijn kompaan Albert Meugens een spitsvlieger had die hij wou dood kloppen omdat hij nooit binnenkwam... keer op keer aan de kop komen en niet binnengaan, het is dan ook wel frustrerend. "Of ze die niet wilden...?" Niet geschoten is altijd mis, dachten Georges en Luc, en zo kwam de 5193008-96 naar Duras. Dat er Clerinx in zat was natuurlijk meegenomen. Zijn vader was de oude Vossius, een duif van Jos Vossius die ook Soontjensbloed voerde. Moeder was Het Tam van Meugens en dat was Soontjens x Clerinx. Veel meer was er van de afstamming niet bekend of werd toen toch niet genoteerd. Dat waren nog andere tijden, waar de duif belangrijker was dan de papieren.
De stamvader
De doffer van Meugens werd vaste partner van de Witkop Clerinx en dat was meteen bingo. Het koppel gaf goede duiven en superduiven onder andere de 376-03 die een eerste Groot Gewest won uit La Ferté tegen 550 duiven en ook nog eens 15 Melun tegen 3000 duiven. Maar zij zal vooral een topkweekster worden. Maar toch staan haar prestaties als racer en kweker in de schaduw van die van haar broer, de 5122440-01 die later - terecht - door het leven zal gaan als de Stamvader. De 440 vloog 9 eerstes en liet zich ook gelden provinciaal met o.a.
4 prov. Orléans 4232 d.
Vader en zoon Hayen kleven een systeem aan van talrijke omkoppelingen. De kans immers dat er uit een koppel meerdere goede komen is zo klein dat je beter je beste duiven in zoveel mogelijk combinaties uittest. Wat ze ook deden met de Stamvader. Zo kreeg de 440 verschillende dochters van hun "Goede Blauwe" waarmee het vrijwel elke keer klikte. Maar wie was die Goede Blauwe? De Goede Blauwe, 5036854-97, had alleszins zijn naam niet gestolen. Hij vloog o.a. 8 keer 1ste, 4 keer 2de en 2 keer derde met
- 1 GGW Sens 776 d.
- 1 Laon 160 d.
- 1 Sens 145 d.
- 1 Villers 110 d.
- 1 Vervins 105 d.
- 1 Silenrieux 86 d.
- 1 La Ferté 54 d.
Vader van de Goede Blauwe was een directe van Herbots en wel een ingeteelde kleinzoon van de legendarische Ieverige.
De Goede Blauwe (soms ook De Bliksem genoemd) was ook een goede kweker, vader van o.a.
- 1 prov. La Ferté 2127 d.
- 1 Melun 2417 d.
Niet zo vreemd dat Luc Hayen in de lijn van de Goede Blauwe ideaal kruisingsmateriaal zag voor de Stamvader 440-98. Want het moet gezegd: bij Hayen zijn het helemaal geen intelers. Het duivenbestand is bescheiden, maar toch gaan ze niet gauw in de familie kweken. Dus moet er af en toe ander bloed aangevoerd worden. En niet zelden slagen ze ook met hun nieuwe inbreng.
Camiel Nulens
Een van die geslaagde bijgebrachte duiven was een duivin van Camiel Nulens, de man met een hok vol duiven van Van Elsacker-Jepsen, zeg maar de Meulemans, Stoces en Hofkensduiven. Camiel Nulens (Koersel) verwierf onsterfelijke roem met zijn wonderduif: De Fenomenale.
Deze Fenomenale met ring 5118824-99 won niet minder dan 4 provinciaals en werd hiermee nationale asduif Hafo in 2002:
- 1 prov. Orléans 5342 d.
- 1 prov. La Ferté 1131 d.
- 1 prov. Limoges 1497 d.
- 1 prov. Bourges 1397 d.
- 2 prov. Argenton 2115 d.
Camiel Nulens werd natuurlijk overstelpt met aanbiedingen en verkocht uiteindelijk zijn Fenomenale aan de famlilie Herbots.
Maar het was dus uit diezelfde bloedlijn dat Luc en Georges Hayen een duivin haalden met ring 5116851-02. De Nulensduivin werd een fenomenale kweekster, zeker even belangrijk voor de huidige generatie vliegers in Duras als de gedoodverfde Stamvader 440.
Er is wel een pittig verhaaltje verbonden aan die 851... Toen ze in 2002 die duivin hadden gekozen, maakte Camiel Nulens een pedigree voor duif 815-02 en niet voor duif 851-02. Georges merkte dat meteen op en Nulens begon ineens te zweten... "Oei neen, ik heb het helemaal verkeerd voor... ik dacht dat jullie de 815 gekozen hadden. Neen, sorry, maar die 851 kan ik zelf niet missen..." Sportief als ze zijn, gaven vader en zoon Hayen het duifje terug en kozen iets anders. Maar Camiel Nulens voelde zich achteraf er ook niet goed bij en gaf hun een tijd later alsnog de 851. "Een woord is een woord," voegde hij eraan toe, "en... geluk ermee! Ik denk dat het een goed is." En geluk hadden ze er inderdaad mee en... het was een goed!
Toch een stamkoppel?
Het bleek al snel dat de koppeling Stamvader x Nulensduivin voor vuurwerk zou zorgen. Luc Hayen was zo overtuigd van de kwaliteiten van het koppel dat hij meteen twee zonen ervan blindelings op de kweek zette. Als je maar plaats hebt voor 12 kweekkoppels is dat toch een gok, zou je denken. Maar het was een goed berekende gok, want drie zonen van de 440 x Nulensduivin zorgen tot op vandaag voor topvliegers op provinciaal en nationaal niveau.
Zo is de 2196632-07, Adam genaamd, vader van 5055505-12
- 2 prov. Gien 2463 d.
- en is zijn broer de 2196432-07 vader van
- 3 prov. Argenton 1478 d.
- 3 prov. Gien 4271 d.
- 4 Sézanne 2192 d.
Nog een andere broer, Supergoud 5115647-07, gaf al
- 15 nat.La Souterr 4699 d.
- 30 nat. Argenton 22463 d.
- 32 nat. Chateauroux 6005 d.
Overigens was het andere duifje dat ze eerst bij Nulens meegenomen hadden ook geen verkeerd. Een dochter ervan gaf met de Stamvader een excellente kweek- en vliegduif. En daaruit kwam dan weer de Kleine, ook wel Little Joe genoemd, met een palmares om U tegen te zeggen:
- 1 prov. La Ferté 1807 d.
- 2 Couvin 5779 d.
- 3 Vervins 368 d.
- 3 Reims 200 d.
- 1 Laon 376 d.
- 1 Sézanne 106 d.
- 6 Laon 626 d.
- 1 Reims 97 d.
- 19 Gien 2658 d.
En als het erin zit komt het er ook wel eens uit, want een dochter van de Kleine is Truutje en die vliegt o.a.
- 1 Pithiviers 1299 d.
- 1 Nanteuil 346 d.
- 6 Laon 1263 d.
- 39 Nanteuil 5381 d.
- 20 Melun 2086 d.
- 14 Melun 2111 d.
- 36 Orleans 3516 d.
Drie lijnen
"Om met een beperkt kweekhok niet in inteelt terecht te komen, moet je eigenlijk best een drietal van elkaar vreemde lijnen hebben," weet Luc Hayen te vertellen, "en rond de eeuwwisseling hadden we die: de Goede Blauwe (Herbots), de Nulensduivin en de Stamvader 440 (overwegend Clerinx). En dan kun je beginnen breien: A met B, B met C, A met C en in volgende generatie AB x C, AC x B enzovoort". En dat is wat ze deden in Duras: uit een koppeling Goede Blauwe x Nulens viel Bolleke, 5195059-05, en die werd dan weer tegen de Stamvader gezet. En ook dit was knal in de roos. Uit die koppeling kwam immers Gienny 5173856-08, die naast een kopprijs uit Nanteuil ook nog een provinciale palm binnenhaalde:
- 1 prov. Gien 3528 d.
- 2 Nanteuil 822 d.
Later zal Gienny herdoopt worden naar Gienny 1, omdat er andermaal een 1ste provinciaal werd gewonnen uit Gien. Dat werd dan logisch gezien Gienny 2 met ring 5024911-10. Zijn palmares geleek wat op dat van zijn naamgenoot:
- 1 prov. Gien 2891 d. (en snelste van 8122 d.)
- 2 Sens 1848 d.
Daarna ging hij spijtig genoeg verloren. Ook Gienny 2 was een halve Clerinx.
Overigens ging ook de nestbroer (058-05) van Bolleke verloren nadat hij een 1ste won in Midden Limburg uit Melun tegen 2417 duiven. Het hoort erbij zeker?
Omkoppelen
We vermeldden al dat vooral Luc Hayen graag omkoppelt, waar zijn vader dan weer niet altijd enthousiast over is. Georges is meer van het principe: never change a winning team. Maar hij kan niet tegenspreken dat uit de herhaalde proefkoppelingen en omkoppelingen van zoon Luc wel vaker een goede duif valt.
Zo werd er uit een kleinzoon van de Goede Blauwe x de Nulensduivin ook een topper gewonnen: de Sterke 5173845-08 met
2 prov. Gien 1986 d.
Uit diezelfde kleinzoon van de Goede Blauwe, die luistert naar de naam "Den Herbots", werd ook Orlando geboren:
1 prov. Orleans 2967 d.
Voor wie er nog aan twijfelde: de tandem Hayen heeft ondertussen duidelijk een abonnement op de provinciale podiumplaatsen. Voor de volledigheid: den Herbots, 5170384-03, kwam uit een dochter vn de Goede Blauwe x een kleinzoon van de King Herbots die Georges bij de gebroeders was gaan bijhalen in 2000. Dat er ook Computer 2 van Pros (Soontjens dus) in zat, was mooi meegenomen.
Ook de spiegelkoppeling van Stamvader met Nulens was een succes bij Hayen. Uit een zus immers van de Stamvader gekoppeld aan Hero, een zoon van de Nulensduivin, werd de Supersnelle 5045260-11, geboren. En snel was hij, met 8 eerste prijzen en talrijke koppen, waaronder
- 1 Vervins 691 d.
- 1 Gien 255 d.
- 2 Marne 2362 d.
Zijn moeder, dus de zus van de Stamvader 440, vloog overigens zelf ook een eerste in het Groot Gewest
1 GGW La Ferté 550 d.
En voor wie nog kan volgen: de vader van de Supersnelle, die Hero dus, kwam zoals gezegd uit de Nulensduivin maar dan gekoppeld aan een zoon van de Goede Blauwe die zelf ook een eerste vloog:
1 La Ferté 2127 d.
Het systeem van Luc Hayen is ondertussen wel duidelijk: blijven borduren rond de stamduiven en alle combinaties proberen.
Nieuw bloed
Maar ook de handigste kweker bereikt wel een punt dat er vers bloed moet ingebracht worden. En dat nieuw bloed vonden ze o.a. bij streekgenoot Gaston Bottu van Herk-de-Stad, ook wel de Limburgse Goudmijn genaamd. De kolonie van Bottu was vooral gestoeld op de bloedlijnen van Stoces, Grondelaers, Gommaar Verbruggen en de onvermijdelijke Clerinx. Dat zijn dan ook de namen die je terugvindt op de stamkaart van de duivin van Bottu, naast een broer van de 1 nat. Bourges tegen 51338 duiven van Sylvain D'Hondt en een blauwe duivin van Armand Schoolmeesters. Dat de duivin van Bottu uit de beste lijnen kwam (uit broer prov. Asduif x zuster 1 semi-nat. Jarnac 4499 d.) bewees ze al in de kweek. Met een duiver Clerinx gaf ze reeds vermelde Gienny 2 met 1 prov. Gien 2891 d.) en met de 432, een zoon van het stamkoppel 440 x Nulensduivin, geeft ze 3 prov. Argenton van 1478 d. en is ze al grootmoeder van De Schuwe, 5147970-12:
- 5 Sourdun 1473 d.
- 5 prov. La Souterraine 1363 d.
Dat zit dus weeral goed.
Ondertussen zit er al een nieuwe topkweekster klaar voor de wisseling van de wacht, namelijk een duivin van Anthony Maes (Waregem). Ze kwamen bij Maes terecht via gemeenschappelijke vriend Johan Engelbos (Sint-Truiden) die diverse goede heeft van Anthony Maes en o.a. met die duiven in 2013 tweede nationaal Kampioen grote halve fond KBDB werd.
Met de zopas genoemde 432 (Stamvader 440 x Nulens) geeft de Maesduivin, 3081776-10, reeds
- 3 prov. Gien 4271 d.
- 4 Sézanne 2192 d.
- 5 Sourdun 557 d.
- 31 prov. Gien 4271 d.
Wat ons de vraag ontlokt hoe Luc het toch klaarspeelt om schijnbaar zo gemakkelijk nieuwe kwaliteit te introduceren op het kweekhok.
"We leggen de lat nogal hoog om iets naar het kweekhok te brengen, niet enkel qua pedigree - dat natuurlijk ook - maar ook vooral naar model en atletische kwaliteiten. Een nieuw in te brengen duif moet voor mij "alles" hebben en moet mij aanstaan in de hand. Noem het feeling of geluk... ik weet het zelf niet."
Helemaal onverwacht is het niet dat de Maesduivin goede genen doorgeeft. Ze vloog eerst zelf goed als jonge duif in Waregem met o.a. 3 Clermont van 827 duiven, maar ze komt bovendien uit het basiskoppel van Anthony Maes: De La Souterraine x Het Bont Sproetje. Zo vliegen broers en zussen van de Maesduivin:
- 4 Ablis 406 d.
- 9 prov. Argenton 3105 d.
- 11 prov. Poitiers 1147 d.
- 14 prov. Poitiers 1318 d.
- 11 prov. Poitiers 1147 d.
- 14 prov. Poitiers 1318 d.
- 42 nat. Souillac 5282 d.
- 61 nat. Montauban 9091 d.
enz.
Maar het is duidelijk dat Luc Hayen een goede neus heeft om heel doelgericht kwaliteit bij te brengen op het kweekhok. Zo is er recent ook een ingeteelde van Vanoppen-Luyten bijgehaald uit de Triple Pino, en ook deze kweekt al meer dan goed. Met een zus van Gienny 1 geeft hij bv. de 2047015-14, goed voor
- 1 Sourdun 306 d.
- 1 Sourdun 222 d.
- 1 Sourdun 581 d.
- 5 prov. Sézanne 2029 d.
Een feit is dat vader en zoon Hayen met een - naar huidige normen - bescheiden kolonie toch telkens weer een hartig woordje meespreken op de halve fond in het Groot Gewest en op provinciaal niveau. Het seizoen wordt gestart met ongeveer 40 vliegduiven: 16 koppel op totaal weduwschap en daarbij nog 8 duivinnen met een vaste partner. "Maar we gaan in volle seizoen meestal inkorven met een kleine korf met pakweg 6 of 8 duiven. Soms zijn het er een paar meer zeker bij de aanvang van het seizoen, maar we gaan nooit met de kruiwagen inkorven. Eigenlijk gaan hier enkel de duiven mee die er klaar voor zijn, die erom vragen", vult Luc aan. Het principe in Duras is dat er enkel gespeeld wordt wedstrijd per wedstrijd, en niet enkel om mee te doen, maar om te winnen. Kampioenschappen en asduiven zijn geen doelstelling op zich. Valt er zo een titel in de bus, dan is dat leuk, maar er worden nooit duiven geriskeerd of gereserveerd in functie van een mogelijke lonkende titel.
Verzorging
Voor de rest hebben Georges en Luc weinig geheimen te verklappen. Er wordt op een vrij klassieke manier gespeeld, gevoederd en verzorgd. Duiven die thuiskomen krijgen op zaterdag stevige kost, maar vanaf zondag wordt er al gedieet om dan naar de inkorving langzaam op te voederen. Vóór het vliegseizoen en vóór de vroege kweek wordt veearts Herbots bezocht en voor de rest moeten de duiven het doen met gezond voer en de gekende bijproducten uit het Herbots-gamma: Zell, BMT, Optimix enz. Enkel tegen tricho wordt zowat om de 4 weken blind gekuurd.
"Wat 2017 gaat brengen weten we nog niet," zucht Luc Hayen... Inderdaad, zelf heeft hij een voltijdse dagtaak, gaat elke dag na het werk vader ophalen aan de verzorgingsistelling waar moeder Hayen noodgedwongen verblijft en dan moeten ze nog beginnen aan de duiven. Reken daarbij dat Georges zelf straks 79 wordt en dan weet je dat het allemaal niet meer zo evident is. "Maar we blijven positief ingesteld," zegt Luc, "en als het moet wordt er nog wat teruggeschroefd qua aantal te verzorgen duiven..."
Foto's nog toevoegen
5107905-96, Den Bijter van de Gebr. Miel en Richard Clerinx.
Hij was een zoon van het fenomeen De 600 en kleinzoon van het onverwoestbare stamkoppel Clerinx (Polleke x Oud Blauw Moederke). De Bijter vloog een typisch Clerinx-palmares bijeen
- 1 Soissons 1298 p.
- 3 prov. Limoges 923 p.
- 10 prov. Bourges 1417 p.
- 10 prov. Limoges 1123 p.
Een dochter van de Bijter, 5092545-98, luidde een succesperiode in te Duras en is de absolute stammoeder bij Georges en Luc Hayen.
5036854-97, De Goede Blauwe (ook Bliksem genoemd). Lijn Ieverige Herbots.
Topvlieger en belangrijke stamduif.
Wint o.a.
- 1 Sens 776 d.
- 1 Laon 160 d.
- 1 Sens 145 d.
- 1 Villers 110 d.
- 1 Vervins 105 d.
- 2 Silenrieux 347 d. enz.
Is vader van
- 1 prov. La Ferte 2127 d.
- 1 Melun 2417 d.
Grootvader van o.a. Gienny, 1 prov. Gien 3528 d.
5001311-09 Orlando
1 prov. Orleans 2967 p.
Halfbroer van 2 prov. Gien 1986 p.
Zijn vader was Den Herbots uit een kleinzoon van de King x een dochter van de Goede Blauwe (lijn Ieverige)
5173856-08 Gienny 1
- 1 prov. Gien 3528 d. (snelste van 9879 d.)
- 2 Nanteuil 822 d.
Hij bracht bij de tandem Hayen de smaak voor het allerhoogste podium op de provinciale vluchten in Limburg. Hij verenigde de drie basisduiven in zich: Stamvader 440 x Bolleke, een dochter Goede Blauwe x Nulensduivin.
Gienny 1 werd verkocht, maar is bij Hayen toch ook grootvader van de 5055546-12, Bolt met
2 prov. Gien 7916 d.
5 GG Sourdun 2480 d.
Drie generaties Hayen: Luc, Georges en Jeroen
Zicht op de installaties in Duras. Van links naar rechts: het hok van de vliegduiven, jongenhok en kweekhok (met ren ervoor)
Binnenzicht in het kweekhok. Er is (slechts) plaats voor 12 koppel wat de tandem ertoe noopt om heel kieskeurig te zijn op hun kweekduiven. Enkel het allerbeste kan blijven.
TOP 5 in groot verband bij Georges en Luc Hayen, Sint-Truiden ayenH 1 prov. Gien 3528 d. snelste van 9879 d. (Gienny 1) 1 prov. Gien 2891 yl. en snelste van 8122 d. (Gienny 2) 1 prov. Orléans 2967 yl. (Orlando) 1 prov. La Ferté 1807 d. (De Kleine) 1 prov. La Ferté 2127 d. (Zoon Goede Blauwe) 1 iprov. Limoges 1383 d. 1 Midd. Limb. Nanteuil 3216 d. 1 Melun 2417 d. (Nestbroer Bolleke) 1 Pithiviers 1299 d. (Truutje, dt Kleine) 1 Melun 2417 d. (Nestbroer Bolleke) 1 Midd. Limb. Marne 2156 jo.d. 1 GGW La Ferté 550 d. (Zus Stamvader 440) 1 GGW Sens 776 d. (Goede Blauwe) 1 Trudo Sourdun 581 Yl 1,2 Trudo Melun 515 d. 1, 5 Melun 835 d. 2 prov. Gien 1986 d. (De Sterke) 2 prov. Gien 7916 p. (Bolt) 2 prov. Gien 2463 d. (5055505-12 uit zoon 440 x Nulens) 2 Nanteuil 822 d. (Gienny 1) 2 Sens 1848 d. (Gienny 2) 2 Couvin 5779 d. (De Kleine) 2 Midd. Limb. Marne 2362 d. 3 prov. Argenton 1478 d. (uit 432 x Bottuduivin) 3 prov. Gien 4271 d. (uit 432 x Maesduivin) 3, 4 , 5 Midd. Limb. Sourdun 2482 d. 4 prov. Orléans 4232 d. (Stamvader 440) 4 Midd. Limb. Sézanne 2192 d. (uit 432 x Maesduivin) 5 prov. La Souterraine 1363 d. (De Schuwe) 5 prov. Sézanne 2029 d. (uit Triple Pino) 5 GG Sourdun 2480 p. (Bolt) 5 Sourdun 1473 d. (De Schuwe) 5 Sourdun 2482 p. (Bea) |