Artikelindex
DEEL II : Een Spartaanse selectie is het beste medicijn
Een sterke tandem: Hilde Vanoverschelde en Luc Sioen.
Luc bepaalt mee het beleid en de kweek, maar de finesses van de verzorging van de jonge duiven en duivinnen voor de halve fond laat hij over aan vrouwlief. Hilde heeft het in de vingers, zoveel is duidelijk. Als je 5 nationaals kunt winnen ben je een natuurtalent. En waarschijnlijk hebben we nog het laatste niet gezien. In deel 1 kon u lezen dat Luc Sioen als duivenmelker tot op heden een nogal bewogen loopbaan leidde. Dat kan ook niet anders met een gedreven en no nonsens man als Luc Sioen. Luc houdt niet van compromissen: het is alles of niets. Luc vindt vooral dat je als duivenmelker met je voeten op de grond moet blijven. Als je een doel hebt gesteld en je put alle mogelijke middelen uit om dat doel te bereiken en je bereikt je doel maar half, dan moet je drastisch het roer omgooien. “Doen wat je moet doen” noemt hij dat. U kon in vorige bijdrage uitvoerig lezen hoe Luc dit een paar keer heel consequent deed. Gelukkig bleef er naast de doorgedreven experimenten van Luc ook nog steeds het hok van vader Gerard als een soort vluchtheuvel waar hij steeds naar terug kon. De balans was natuurlijk niet zo negatief: als je 1 internat. Saint-Vincent wint, daarnaast regelmatig top 20 en top 30 nationaal op de grote fond wint en je je ook regelmatig klasseert in alle prestigieuze nationale en internationale kampioenschappen, dan is dat helemaal niet verkeerd... Maar winnaar Luc Sioen wilde nog net iets meer, wilde nog net iets beter. En die verhoopte overklassende successen kwamen er... maar vanuit een totaal onverwachte hoek.
De komst van Hilde
Toen Luc Sioen Hilde leerde kennen, vertelde hij haar voorzichtig dat hij duivenliefhebber was en... dat duiven toch wel een belangrijk deel van zijn leven, tijd en aandacht in beslag namen. Hilde die dan wel helemaal niet uit een duivenmilieu kwam, zag er geen graten in. Integendeel, het mysterie van die wondere vogels die van honderden kilometer ver hun woonplaats terugvinden, intrigeerde haar zelfs. Ze was wel een beetje overweldigd toen ze de duiveninstallatie voor het eerst zag, maar daar was ze snel over heen en voor ze het goed en wel besefte was ze mee de duiven aan het verzorgen. Ze leefde ook mee met Luc in alles wat de duiven en de duivensport met zich meebrachten, maar na een tijdje ontbrak het haar aan iets: eigenlijk vond ze het niet zo prettig dat ze duiven moest verzorgen die ze niet kende en die er misschien de volgende week niet meer zouden zitten... verspeeld, verkocht, weg geselecteerd... Luc die zelf ook al van kindsbeen af graag zijn eigen baas was en zijn eigen ding deed, begreep heel goed de verzuchtingen van Hilde. De oplossing lag voor de hand: ze bouwden een kleiner alleenstaand hok opzij van het grote hok, waar Hilde met jonge duiven en later met duivinnen kon spelen. Luc wist wel goed genoeg dat de fondduiven die hij had, daar niet geschikt voor waren: als jonge duif kun je daar niet veel van verwachten en ze zijn ook veel te traag om naar het kortere werk te gaan. En zo kwam het dat Hilde op eigen houtje - ze kon natuurlijk altijd bij Luc en zijn pa terecht voor raad en steun - met de jonge duiven startte in 1998.
Sweet dreams
Er kwam een hele ronde jonge duiven van de “Dream Breed Lofts” van Taveirne-Rigole uit Koolskamp. Die waren alle van dicht of van ver verwant aan de paradepaardjes die het miljoenenhok van Gust Taveirne en Frans Rigole ooit bevolkten (zoals bv.
- de Witslager Desender, 3364845-70, nationale asduif Fond 1975 met o.a. 3 nat. Saint-Vincent en 5 nat. Cahors;
- de Een-Witpen van Theo Marchand, 3079342-64, nationale asduif Fond 1969 met 1 nat. Angoulême, 4 nat. Cahors, 11 nat. Bordeaux;
- de Blauwen Angoulême, 2085635-67, van Germain Imbrecht, Olympiade Düsseldorf met 2 nat. Brive en 3 nat. Barcelona en 4 x top 10 provinciaal Angoulême;
- de 76 van Victor Torrekens, Olympiadeduif met 1 Orléans 1177 d., 1 Salbris 1194 d., 1 Angoulême 1049 d. en zoveel meer).
Hilde begon haar duivenkroost op haar geheel eigen manier te vertroetelen en ze werd er meteen voor beloond. Haar jonge bende vloog meer dan 50% prijs tot en met Tours, Blois, Chartres en La Souterraine. Zo won ze van La Souterraine in de vereniging tegen 196 jonge duiven: 1, 4, 5, 7, 15, 16, 17 enz. met 18/28. Van een binnenkomer gesproken. De toon was gezet. Maar er stelde zich meteen een probleem: Hilde zou eigenlijk met jonge duiven spelen maar duifjes die zo goed afkomen als jong kun je toch niet opruimen... dus zou er ook een hokje jaarlingen blijven. En nu ontdekten Hilde en haar omgeving pas goed haar talenten... De jaarlingen en meer bepaald de duivinnen deden het nog beter: 12/19 van Châteauroux, 6/9 van Bourges en 4 op 4 uit La Souterraine met inbegrip van 1 en 10 nationaal tegen 1542 jaarlingen. De winnares was Miss La Souterraine, 3190101-98, eentje uit het lot van jonge duiven van Taveirne-Rigole. U bent vast niet vergeten dat Miss La Souterraine daarna moeder werd van het Goudklompje, op haar beurt moeder van Il Grillo (1 internat. Saint-Vincent).
Nog meer Taveirne-Rigole
Miss La Souterraine was een leuk uithangbord voor de “Dream Breed Lofts” en Gust en Frans waren maar al te bereid om ook in 1999 en 2000 een ronde jongen onder te brengen bij Hilde en Luc. Ook nu bleven de successen niet uit. Dat Hilde ondertussen een eerste Sioen-telg verwachtte bleek zelfs aanvankelijk geen bezwaar. In 2000 werd Indra Sioen geboren en werd het spel met de halvefondduiven noodgedwongen toch op een iets lager pitje gezet. Alhoewel... In 2001 doet Hilde Vanoverschelde haar stunt uit La Souterraine netjes over. Een tweede nationale overwinning ten huize Sioen was een feit. De winnares kreeg als naam Indira, ter ere van Indra Sioen, het dochtertje van Luc en Hilde dat in 2000 geboren was. Indira won niet enkel 1 nat. bij de 2338 jaarduiven, ze was tevens snelste van heel het konvooi van 21596 duiven. Al snel ondervond Hilde dat intensieve duivensport moeilijk te combineren was met de zorg voor een peuter. En omdat noch Luc noch Hilde graag de dingen half doen, werd er maar beslist om tijdelijk te stoppen met het spel op de halve fond. We zegden het al: ten huize Sioen doen ze de dingen niet half, het is er alles of niets. Hilde stak nog wel een handje toe bij Luc of Gerard als ze kon, maar ze had geen eigen hok meer... tot 2011. Ondertussen werd immers in 2007 Cedric geboren en nu had ze haar handen meer dan vol met het jonge gezin. Zodra Cedric naar de kleuterschool kon, gingen Hilde haar handen terug jeuken. Het hok stond er nog, enkel de duiven ontbraken. Ze moest dat natuurlijk geen twee keer zeggen tegen Luc. Hij zou wel zorgen voor de juiste duiven en deze keer zouden ze zelf hun jongen kweken. Meer nog: ze zouden een hok bijzetten volledig op maat van het jongeduivenspel. Het voorbeeld hiervoor was het jongenhok van Kees Bosua en dat van Rik Hermans dat reeds een kopie was van dat van Bosua.
Rik en Jan Hermans
Het is al ten overvloede geschreven dat je best een nieuwe start neemt met zomerjongen of late jongen van twee goed spelende hokken. Dat zouden Luc en Hilde dus doen. De keuze voor hok 1 was rap gemaakt. Als je Rik en Jan Hermans onder je beste vrienden telt, dan kun je maar moeilijk een betere bron vinden om basismateriaal te halen. Rik was dat jaar trouwens in allerbeste doen: 1 nat. Bourges, 5 nat. Argenton, 9 nat. Bourges, 12 nat. Bourges enz. en de jaren ervoor: 2 nat. Bourges, 3 nat. Argenton, 6 nat. Châteauroux enz. Het kweekhok van Jan en Rik - waar op dat moment Miel Van den Branden nog actief bij hoorde - was overigens bevolkt met het beste wat er in de Benelux op de halve fond vloog en kweekte: 2 zonen van de Kannibaal Dirk Van Dyck, Heremans via Marina Vandevelde, nog een Janssenduivin van de oude soort, soort Fieneke 5000 van Vervoort, Gerard Koopman, Kees Bosua, Rudy Diels, Bas en Gerard Verkerk en noemt u ze maar. In totaal kwamen 24 zomerjongen van team Hermans-Van den Branden naar Moorslede, vooral uit de lijn van de Jaarling Dondersteen (kleinzoon Kannibaal) en zijn uitstekend kwekende kleinzoon de Propere. Een handvol ervan werden opgeleerd en de rest werd voorbehouden voor de kweek. En toen Luc vervolgens aan Jan vroeg waar hij het beste zijn kruisingsmateriaal kon halen, kwam zonder aarzelen de naam van Willem de Bruijn naar voor.
Op naar Reeuwijk
Geruggesteund door vriend Jan, nam Luc contact op met Willem de Bruijn of hij daar een ploegje jongen kon kopen uit de beste. Natuurlijk kon dat, maar Willem de Bruijn maande Luc Sioen aan om het nodige realisme aan de dag te leggen: zelfs uit de beste heb je geen waarborg dat je dan goede hebt... Luc Sioen kon daarmee leven, De Bruijn vertelde hem niks nieuws natuurlijk. Er werd een prijs afgesproken voor 8 jonge duiven uit de beste bewezen stamduiven. Wanneer de jongen klaar waren, toog Luc naar Reeuwijk om zijn duifjes op te halen. “Ik werd er gewoontegetrouw zeer hartelijk onthaald door Willem, maar de schrik sloeg me aan het hart toen Willem de Bruijn me een grote korf aanwees met 24 jonge duiven in plaats van 8... Ik zei een beetje overrompeld dat ik daar wel niet op voorzien was en zoveel euro’s niet op zak had...” Willem de Bruijn lachte hartelijk en stelde Luc maar meteen gerust: “Die 8 betaal je zoals afgesproken en de rest krijg je er van mij bij als waarborg. Ik wil per se dat je met mijn duiven lukt en dus heb ik je van alle goede koppels een jong in de korf gezet. Met 24 heb je meer kans dat er wat leuks tussen zit dan met 8...” Luc Sioen was even sprakeloos en bedankte Willem in alle talen. Van een meevaller gesproken. Maar de echte meevaller zou pas komen als Luc van die duiven zou gaan kweken. Want begrijp het goed: Hilde speelt met de duiven, maar het is Luc die ze voor haar kweekt. Of juister, Luc bepaalt de kweekstrategie maar het is huisvriend Yves Vandecapelle die het kweekhok met de grootste zorgen omringt. Bij deze nog eens “Bedankt Yves, en een hele dikke merci! voor je onverdroten inzet”.
Vrij paren
Wanneer de duifjes er klaar voor waren werden ze over twee kweekhokken verdeeld waarbij vooral gezorgd werd dat broer en zus niet op hetzelfde hok terecht kwamen. Ze waren immers van plan om die kwekers in spe vrij te laten paren. En de inspiratie hiervoor kwam uit de ervaring dat duiven die ongelukkig zijn ook geen beste nakomelingen geven en soms wat tegen hun goesting kweken. De goden waren hun goed gezind, want gewoon op basis van wat sommige mensen “affiniteit” zouden noemen, werd een superkoppel gevormd, namelijk doffer “Explosief” uit de stal van Willem, een kleinzoon van stamduif Apollo x duivin “Gipsy”, een directe van Jan en Rik, kleindochter van de Jaarling Dondersteen. In eerste generatie zal dat koppel Andrea geven, 5 nat. La Souterraine en in tweede generatie Nairo, 1 nat. La Souterraine en Xiao Li, 3 nat. La Souterraine. Dat kan toch al tellen. Maar we lopen vooruit. In principe zou je het dan al kunnen hebben over een super geslaagde inbreng... maar dat was slechts een fractie van het succes dat zou komen uit de collectieve inbreng van de duiven Hermans-De Bruijn.
Verkenningsronde in 2012
Met die laatjes van 2011 werden in 2012 twee rondes gekweekt. Ze werden duchtig opgeleerd en het werd een verkenningsronde, zowel voor de duifjes als voor de melkers. Enkele directe van Rik Hermans werden al in 2011 opgeleerd en staken meteen hun neus aan het venster. Emilia bijvoorbeeld, ring 3088148-11 en volle zus Ranomi bij Rik Hermans, vloog op 2 seizoenen:
3 prov. Fontenay 7568 d.
30 nat. Châteauroux 15902 d.
119 nat. Bourges 16859 d.
14 Montluçon 588 d.
17 prov. Fontenay 6144 d.
27 nat. zone Châteauroux 4288 d.
29 nat. zone Argenton 2650 d.
64 nat. zone Bourges 3085 d.
80 nat. zone Bourges 5193 d.
20 prov. Tours 2155 d.
Hierna mocht ze naar het kweekhok en daar werd ze moeder van Nairo, 1 nat. La Souterraine in 2015. Daar komen we op terug. Maar ook bij de jongen die gekweekt waren uit al die laatjes van Willem en Rik stak er meteen een duifje bovenuit, namelijk Raffaela, ring 3142012-12. Raffaela kwam uit genoemde kruising De Bruijn x Hermans: Explosief x Gipsy en daar hebben we het verder ook nog uitgebreid over. Raffaela vloog achtereenvolgens 1 en 2 van Fontenay tegen 584 en 340 duiven. Daarna zette ze de kroon op het werk met 1 prov. Brionne van 3308 jonge duiven. Dat was een hart onder de riem voor Luc en Hilde, want een bevestiging dat ze op het goede spoor zaten met hun nieuwe inbreng. Raffaela vloog verder dat jaar nog: 24 Argenton 835 d. 35 Blois 944 d. Het leuke was dat haar volle zus Zirtaki 3142078-12 het bijna even goed deed: 6 en 7 op dezelfde 2 Fontenays tegen 584 en 340 duiven; 40 op Blois van 944 d. Je zou al gaan dromen dat je een kweekkoppel ontdekt hebt... Toen in 2013 hetzelfde duo 1 en 7 won van Orléans tegen 145 duiven en de nestzus van Raffaela 30 nat. La Souterraine won tegen 11236 jaarse werd die hoop nog versterkt. Er werd nog gauw een koppel getrokken uit Explosief x Gipsy en die zouden de kweek opgaan. We hebben het over Rigoberto en Natalia, ringnummers 3138175-13 en 176-13. Een meesterlijke zet zoals zal blijken want vader van 1 nat. en moeder van 3 nat. La Souterraine in 2015.
Spetterend 2013
Was 2012 vooral een verkenningsronde geweest met enkele veelbelovende uitslagen, dan was het hok Luc en Hilde Sioen in 2013 al op volle kruissnelheid. Hilde beschikte over een ronde jongen uit de Willem de Bruijn en Rik Hermans duiven en over 19 jaarse duivinnen plus vier 2-jaarse direct Rik Hermans en één 2-jaarse van Rik Cools. In het lokaal wisten de concurrenten meteen dat het menens was voor Luc en Hilde Sioen. Enkele uitslagen om dit te staven:
Fontenay (301 km) 116 d.: 1-2-3-4-10 enz. (10/19)
Orléans (340 km) 145 d.: 1-3-4-5-7-10 enz. (13/18)
Fontenay 376 d. 2-3-5-7 enz. (15/18)
Fontenay (dubbeling) 4802 d.: 12-16-26-47 enz.
Fontenay 229 d.: 2-4-8-10 enz. (10/13)
Bourges (426 km) 267 d.: 2-13-21 (4/5)
Châteauroux nationaal (zone) (466 km) 4107 d.: 5-9-11-12 enz. (17/22)
Voor de volledigheid: de 2de prijs uit Bourges werd gewonnen door een duivinnetje van Eric Vermander. En bij de duifjes zat ook een kampioentje van van Rik Cools, met name Kati, 3088056-11. Zij won o.a. : 37 nat. Argenton 12187 d. 39 nat. Châteauroux 17984 d. 36 nat. La Souterraine 9545 d. 3 prov. Montluçon 2609 d. Dat is overigens niet de enige bijdrage van vriend Rik. Het zit namelijk zo dat Rik Cools bij de herstart van Hilde en Luc zijn systeem van duivinnenspel haarfijn aan Hilde heeft uitgelegd. We mogen dan ook stellen dat haar manier van spelen met de duivinnen zowat een kopie is van het duivinnenspel in Ruiselede.
En toen kwam Poitiers...
Voor Poitiers waren de weersvoorspellingen met noordoostenwind gunstig voor de westkant. Er waren 12984 jaarlingen in competitie, waarvan 27 van Hilde en Luc (waaronder een handvol fondduiven van Luc). Door de goede resultaten op de voorbije vluchten waren de verwachtingen hoog gespannen, maar dat ze 1 en 4 nationaal zouden winnen, dat hadden zelfs Hilde en Luc nooit durven dromen. Ze parkeerden er zo maar 5 in de 100 eerste nationaal tegen bijna dertienduizend. Een droomuitslag:
Poitiers Nationaal (520 km) 13135 d.: 1-4-57-76-77 enz. (17/27)
Nationale winnares was de blauwe duivin Nomi, 3142056-12, een pure Willem de Bruijn. De week daarvóór vloog ze al 12 nat. zone Châteauroux van 4107 duiven. Een complete verrassing was het dus niet. Ze ging als 4de getekende in de mand. Na Poitiers stond Nomi 7de in het klassement over 3 nationale vluchten. Haar vader Acapulco is een zoon van topkweker Jeroen (4 nat. Asduif en broer van Olympic Schanulleke) x Olympic Sharon (Olympiade Poznan en moeder van Olympic Froome). Moeder van Nomi is Adriana en komt uit Coco x Carina, beide ook topvliegers en bewezen kwekers in Reeuwijk. Nomi mocht naar het kweekhok en is daar ondertussen moeder van 3034014-14 en die vliegt :
1 Pontoise 1251 d.
5 prov. dubbeling 20341 d.
92 prov. Pontoise 12172 d.
De tweede duif van Poitiers, die 4 nat. wint, is Anouk, op dat moment al de ster van het hok met :
2 Fontenay 376 d. (prov. dubbeling 12/4802 d.)
8 Fontenay 229 d.
5 Orléans 145 d.
9 nat. zone Châteauroux 4107 d.
4 nat. Poitiers 12984 d.
Ze wordt hiermee in 2013 3 prov Asduif GHF KBDB met nationaal 2de best geklasseerde na twee grote halvefondvluchten. Begrijpelijkerwijze ging ze als nummer 1 in de grote korf. Na haar stunt uit Poitiers mag ze opnieuw de baan op en wint verder nog :
7 prov. Tours 6400 d.
18 prov. Fontenay 5268 d.
11 prov. Tours 2297 d.
4 Blois 944 d.
69 nat. La Souterraine 11236 d.
70 prov. Fontenay 7568 d.
27 prov. Tours 5976 d.
8 Fontenay 584 d.
Vader van Anouk is Big Time, een directe van Rik Hermans uit een Broer Athena x Tinkerbell (en zodoende halfbroer van het fenomeen Tinkie bij Rik). Moeder is Big Bubbles van Willem de Bruijn, een kleindochter van zijn fameuze stamduif de Nauwelaertsdoffer. Dat was een eerste kampioen gekweekt uit de kruising Hermans-De Bruijn, maar het zou zeker niet de laatste worden. Zo wint Tina, 3142137-12, een volle zus van Anouk : 23 nat. La Souterraine 11236 d. 10 prov. Fontenay 7568 d. 29 nat. Poitiers 12379 d. 44 prov. Bourges 3080 d.
Verder in 2013
Hilde ging dat seizoen met haar duivinnen verder op hetzelfde elan :
Fontenay 268 d.: 4-7-8-11-19-21-23-26-28 enz.. (11/15)
Argenton (493 km) 483 d.: 2-3-4 (3/4)
Argenton Nationaal zone 2.650 d.: 29-50-52 (3/4)
La Souterraine (531 km) 344 d.: 3-4-6-8-17 (9/10)
La Souterraine nationaal 11236 d.: 23-30-69-97... T
ours (427 km) 208 d.: 2-3-8-9-10 (10/16)
Tours provinciaal 2297 d.: 11-15-64-71-73...
De doorstarters Luc en Hilde Sioen werden dat jaar 3de in de Gouden Duif Competitie en 7e nationaal Kampioen KBDB Fond (met de resterende duiven op het fondhok van Luc). Een andere jaarling die in 2013 het mooie weer maakte was Roxanne, 3142072-12, nu uit een duiver van Willem x een duivin van Rik Hermans. De duiver was Willem, nestbroer van Adriana, de moeder van Nomi. Moeder was een volle zus van Minerva die bij Rik Hermans in kampioenenstijl vloog met : 10 nat. Guéret 13885 d. 21 nat. Argenton 22442 d. 36 nat. Argenton 4123 d. Roxanne vloog als jong 406 nat. Argenton tegen 25949 jo., maar ontpopte zich vooral als jaarling als een kampioene: 16 prov. Fontenay 4802 d. 5 nat. zone Châteauroux 4107 d. 57 nat. Poitiers 13135 d. In 2014 doet ze daar nog 54 nat. Poitiers bovenop tegen 12379 duiven. Maar daarmee zitten we al in 2014.
Nog van dat in 2014
Op het gevaar af dat het “saai” wordt... 2014 was bijna een kopie van 2013, inclusief een nationale overwinning uit Poitiers. Voor de liefhebbers een greep uit de uitslagen van 2014 :
Clermont 255 oude: 4-12 (2/2)
Fontenay 265 oude: 1-28... (4/4)
Tours 504 oude: 2-7-30-31-32... (12/20)
Tours 147 jaarse: 2-4-7-11-14... (9/9)
Bourges 340 oude: 3-16... (9/16)
Bourges 202 jaarse: 3-7-9-10-14... (9/23)
Fontenay 182 oude: 1-6-7-15-16... (6/6)
Bourges prov. 2899 oude: 43-63-64... (5/7)
Bourges prov. 3324 jaarse: 36-79-120-121... (5/7)
Châteauroux 618 oude: 1-7-33-59...(9/13)
Châteauroux 607 jaarse: 2-15-23-43-53 (9/21)
Poitiers lokaal 521 jaarse: 1-4-10-34-58
Poitiers nationaal 14094 jaarse: 1-9-82-409-884 (7/10)
De nationale overwinning kwam deze keer op conto van Willemina, een blauwe duivin 3138072-13 uit twee directe van Willem de Bruijn. Willemina presteerde het om 13 minuten los te vliegen bij hard maar eerlijk duivenweer. Niet alledaags! Ze was dan ook moeiteloos snelste van het hele konvooi van 26486 duiven. Vader is Spidey, weer een zoon van Jeroen (waardoor Nomi en Willemina nichten zijn). Moeder is Marie-Anne andermaal een kleindochter van de Nauwelaertsdoffer. Net als haar nicht Nomi, is ook Willemina al goed bezig op de kweek en moeder van de 3058290-15 die als jong wint : 31 nat. La Souterraine 9760 d. 74 prov. Fontenay 9536 d. 81 prov. Pontoise 12885 d.
La Souterraine twee keer bingo
Voor wie dacht dat de stunt van Hilde op Poitiers in 2013 en 2014 al de max was, kunnen we er nog een schepje bij doen. In 2015 lijken Luc en Hilde al hun krachten gespaard te hebben voor de beide nationaals uit La Souterraine. In de drie categorieën samen winnen ze daar immers 1, 2, 4, 5, 6 en 7 nat. We zetten ze even op een rijtje :
La Souterraine I (6 juli)
6205 jaarlingen: 4-5-118-221... 9/10 - Xiao Li 3034163-14, 4 nat. - Andrea 3034025-14, 5 nat.
4161 oude: 2-7-58-64-101... 9/10 - Alexia 3138081-13, 2 nat. - Margaux 3142052-12, 7 nat.
La Souterraine II (22 aug.)
9760 jonge: 1-6-31-65-132-225... 10/24 - Nairo 3058337-15, 1 nat. - Zus Willemina 3058219-15, 6 nat.
We besparen u de gedetailleerde afstammingen van deze zes parels. Toch dit: het blijft echt wel in de familie! Zo zijn Nairo (uit Rigoberto) en Xiao Li (uit Natalia) kleinkinderen van het koppel Explosief x Gipsy terwijl Andrea direct uit genoemd koppel komt. Even het geheugen opfrissen: uit dat koppel hadden we al Zirtaki, Raffaela en haar nestmaat. We mogen dus stilaan van een geweldig kweekkoppel gewagen. Alexia is dan weer een nicht van dezelfde Gipsy. Dat de “Zus Willemina” een zus is van Willemina 1 nat. Poitiers 2014 en nicht van Nomi 1 nat. Poitiers 2013 spreekt voor zich. We zegden het: het blijft in de familie. En we vergeten haast Margaux, weeral een kleindochter van de Nauwelaertsdoffer van Willem. Deze Margaux was overigens niet aan haar proefstuk en liet reeds enkele mooie prijzen noteren. Naast haar 7 nat. La Souterraine won ze al: 44 nat. Argenton 25949 d. 43 nat. Montluçon 14230 d. 97 nat. La Souterraine 11236 d. Voor de volledigheid Nog enkele andere uitslagen van 2015 :
Clermont 177 km. 452 d.: 1-10-10...(10/14)
Clermont 414 d.: 1-11-15-18-19...(13/14)
Fontenay 301 km. 362 d.: 3-4-6-7-10-11-13...(15/19)
Fontenay 201 d.: 1-2-6-7...(6/12)
Fontenay 365 d: 10-17-36-38-39...(6/6)
Tours 428 km. 418 d.: 1-3-4-5-9...(10/14)
Tours prov. 5967 d.: 27-61-68-88...
Tours 269 o.: 4-6-10-28-29-30...(7/8)
Tours 224 jl.: 1-6-8-12-14-18...(11/14)
Tours prov 2463 jl.: 2-65-88
Limoges 672 d.: 7-9-46...(6/7)
“Na La Souterraine II hebben we zoals gepland was de boeken dicht gedaan voor het seizoen 2015,” zegt Luc Sioen. “Er was bovendien een drukte van jewelste en de duiven werden herhaald gestoord of in korven gezet... voor de foto, voor de dopingcontrole. Het seizoen was ook druk genoeg geweest en we wilden ook nog wat duivenvrije vakantie voor de kinderen. Maar al bij al was het een schitterend orgelpunt voor een weergaloos seizoen.”
Hoe doet ze het?
De vraag zal ook wel op uw lippen branden, beste lezer: “Hoe doet ze het?” Want laat het ons nog eens duidelijk stellen: Luc Sioen geeft zonder pruttelen toe dat de verdienste voor 5 van de 6 nationale overwinningen aan de Roeselaarsestraat 181 helemaal aan Hilde toekomt. Wat niet betekent dat Luc geen woordje meepraat over het beleid: hij organiseert samen met Yves Vandecapelle de kweek, hij stippelt mee het vluchtprogramma uit, denkt en zoekt mee om de duiven in goede gezondheid te houden... maar het hok en de dagdagelijkse verzorging van de jongen en duivinnen voor de halve fond is taboe voor Luc. Dat is helemaal het domein van Hilde Vanoverschelde. We zegden het al in de inleiding van deel 1: Hilde heeft een feeling voor duiven die je niet leert uit boeken of kranten... die je ook niet kunt uitleggen of doorgeven. “Wat doe je dan wel, Hilde, om die duiven zo tam en gehecht te maken?” willen we weten. “Wil je het weten?” vraagt ze... “mijn duiven zijn helemaal niet tam. Ze zijn ook niet schuw, versta me goed, maar ze komen zeker niet naar me toegelopen of komen niet op mijn arm of hoofd zitten. Ik dresseer dus die duiven niet, als dat uw vraag was...” Wat ze dan wel doet? “Observeren, alles zien, de duiven aanvoelen, duif zijn met de duiven, de duiven graag zien, consequent en consistent zijn... Anders kan ik het niet uitleggen...” probeert Hilde het te verwoorden. “Maar dan ben je toch wel de hele dag bezig met de duiven?” veronderstellen we. Luc spreekt ons meteen tegen: “De verzorging neemt natuurlijk de nodige tijd in beslag, denk maar aan het toedienen van oog- of neusdruppels, maar het is zeker niet zo dat Hilde op haar hok woont.”
Van anti naar pro
En zo zijn we geruisloos aanbeland bij de verzorging en medische begeleiding van de duiven. En hier praat Luc graag een woordje mee. “De kern van ons gezondheidsbeleid is dat we al een paar jaar het gebruik van antibiotica vermijden, zo niet totaal gebannen hebben. We geven al bijna 5 jaar niks meer tegen trichomoniase... We gaan ook niet meer naar de veearts, en dus weten we zelfs niet of ze tricho hebben... maar als ze zo vliegen, kunnen ze toch niet erg ziek zijn.” Als alternatief voor antibiotica worden veel probiotica verstrekt, kwestie van het immuunsysteem en de darmflora te ondersteunen met gezonde bacterieculturen. Tijdens het vliegseizoen krijgen de duiven vanaf de halve fond elke week twee dagen Probac-1000 over het voer in combinatie met oregano-olie en twee dagen Probac Energy in combinatie met lecithine-olie (alle producten van Dr Brockamp). Gecombineerd met de gele druppels lijkt het erop dat we de meeste ziektes en besmettingen goed de baas blijven. “En als de duiven toch ziek worden?” vragen we voorzichtig... “Dat hangt ervan af natuurlijk: een bewezen duif gaan we niet meteen doodmaken omdat ze een vuile neus of een nat oog heeft, maar eigenlijk stelt dit probleem zich zelden omdat we bij de jonge duiven onverbiddelijk zijn. De zwakke broertjes (M/V) gaan er meteen uit, en dan heb je bij de oude duiven nog zelden problemen.” En nu is het Hilde die verdergaat: “Dit jaar zijn we daar wel heel ver in gegaan... Ik ben 2015 gestart met 55 jongen van de eerste ronde. Elke keer als ik een duifje opmerkte dat er minder gezond bij zat of treurde, werd het een roze knijpring aangestoken. Dat betekent dat het jong in kwestie een vijftal dagen de tijd krijgt om er bovenop te komen - zonder medicatie of extra hulpmiddelen. Lukt dat niet, wordt het dier verwijderd, zonder naar de pedigree te kijken... Ik kan je verzekeren dat mijn hart af en toe bloedde vermits ik zodoende het vliegseizoen begonnen ben met nog ongeveer 25 jongen (van 55).” “Meent ge dat?” vragen we ongelovig. “Zo is het gegaan,” bevestigt Luc nu op zijn beurt. “Maar...” gaat hij verder en Hilde beaamt, “daarna zijn we praktisch geen enkele jonge duif kwijt geraakt.” Zou het dan toch waar zijn dat je van nature gezonde duiven minder snel verliest? Drastisch en Spartaans is het wel, doeltreffend blijkbaar ook als je daarna de resultaten van die duiven ziet. Luc en Hilde gaan ervan uit dat je niet gauw een super dood doet, ze zijn al zo zeldzaam. “Als er tussen een ronde van 50 een tiental goed bruikbare duiven zitten, heb je geluk. De kans dat de toppers onder de zwakkere broertjes zitten is vrijwel onbestaand volgens ons. Vandaar ons devies dat een scherp mes het beste medicijn is.” Luc Sioen vat hun visie op medicatie nog eens gevat samen met een doordenker: “Antibiotica geven is de gezonde duiven ondermijnen om de zieke er - tijdelijk! - door te helpen... Wat heb je dan gewonnen?”
Genoeg asem
“Kun je mij iets meer vertellen over de gele druppel? Iedereen lijkt het wel te geven tegenwoordig...” “De gele druppels zijn inderdaad erg in en ze zijn dus volop in de handel (Koehoorn, Raf Herbots, Colman,...) nadat ze tientallen jaren zo goed als buiten gebruik waren en vervangen werden door ongebreideld gebruik van antibiotica en ronidazoles. Laboratoires Colman lanceerden het product zowat een halve eeuw geleden als ontsmetting tegen o.a. trichomoniase en slijmen onder de naam Mugomorve (nu Mugmo). Het werkzame bestanddeel is acriflavine (ook: trypaflavine) , een sterk ontsmettingsmiddel. Iedereen lijkt het wel op zijn eigen manier te gebruiken: individueel in de bek of in de neusgaten, of collectief in het drinkwater of over het voer. Omdat het om een sterk (en enigszins giftig) ontsmettingsmiddel gaat, is overdaad ook hier geen goed idee. Acriflavine is prikkelend dus moet je ermee uit de ogen van de duif blijven!” Luc en Hilde dienen de gele druppels toe in de beide neusgaten na de vluchten bij het afnemen van de partners, waarbij ook deze thuisblijvers ontsmet worden. “Verwittig de lezers maar dat het onuitwisbare vlekken nalaat op de kledij,” voegt Hilde er als bezorgde huisvrouw aan toe. Bij Sioen zijn ze in elk geval overtuigd van het nut als ontsmetting van de slijmvliezen in neus, keel en krop na de vlucht. “Maar dat is niet alles,” gaat Luc Sioen verder. “Aanvullend daarbij gebruiken we ook elke maandag Sliepzand bij de vliegduiven. We gaan er immers vanuit dat duiven die niet genoeg “asem” hebben, ook niet goed vliegen, niet graag vliegen en aan snelheid inboeten.” Sliepzand is ook al zo een ouderwets middeltje (verdeeld door Dofo) dat eigenlijk de slijmvliezen in neus en bek prikkelt, waardoor de slijmproductie opgedreven wordt en ongewenst snot losgeweekt wordt. Bij Sioen gaan ze zover dat dit overtollig “snot” met een wattenstaafje verwijderd wordt bij elke duif. “Heel bewerkelijk,” weet Hilde, “maar daarna zijn de gehemeltespleten wel echt helemaal vrij en open.” Wat de formule van Sliepzand precies is, weet Luc Sioen niet en hij hoeft het ook niet te weten, als het maar zijn werk doet. Volgens het alwetend Internet is de basis van Sliepzand een mengsel van Haarlemmer olie (vanwaar de terpentijngeur) en gemalen witte aluin. En Luc voegt ten overvloede toe dat duiven gemakkelijk besmettingen opdoen aan de slijmvliezen van neus, keel, luchtpijp en krop: bacteriën, virussen, mycoplasma... Ze veroorzaken verstoppingen en zwellingen, die we gemeenzaam kopziektes noemen (natte ogen, vliesje, verstopt traankanaal, verkleefde gehemeltespleet, droog snot, one eye cold...). Ook de omgevingsfactoren spelen hierin een rol: overdadig licht, te weinig zuurstof, tocht, overbevolking, stress, contact met zieke dieren in de korf... Bij Sioen lijken ze dat alles redelijk onder controle te houden met het zuiver houden en ontsmetten van de slijmvliezen en met een nauwgezet verluchtingsbeleid. Zodra het weer omslaat, gaat Hilde naar haar hokken om de nodige aanpassingen te doen: meer open, minder open, de rennen van de jongen meer of minder afschermen met windgaas... Bij de jongen zijn de schuiven in het plafond meestal helemaal dicht. Het hok is daardoor relatief donker en ‘s nachts blijft het raam altijd open maar afgeschermd met een groen tochtscherm. Tijdens het verduisteren wordt wel via een schuif in het plafond gezorgd voor voldoende zuurstof. Hier is over alles nagedacht, zoveel is duidelijk.
Ik ben de baas
Wie zou gedacht hebben dat Hilde haar duiven verwent, heeft het verkeerd voor. “De duiven moeten weten dat ik de baas ben,” weet Hilde, “een beetje in de zin van ‘streng maar rechtvaardig’.” Zodra de duiven uitgeruid zijn, gaan ze op een heel karig winterregime. En dat is het ideale moment om ze te leren luisteren. Hilde dresseert haar duiven met een fluitje. Ze krijgen zo weinig eten dat ze bij het eerste fluitsignaal holderdebolder naar binnen stormen, als het moet via de deur, om toch maar bij die voerbak te geraken. ‘Op is op’ dat weten ze en dat kennen ze gauw. Als ze het ritme van trainen, fluiten, binnengaan goed kennen, wordt iets menselijker gevoederd, maar het blijft licht eten tot ze een tweetal keer op 175 km geweest zijn. Tijdens het vliegseizoen wordt tot 300 km heel licht (eiwitarm) gevoederd. Vanaf 300 km wordt dan een drietraps voedersysteem aangewend: tot en met maandag recupereren op een eiwitarme mengeling, dinsdag en woensdag opbouwen met sport en donderdag herhaald opvoeren à volonté met een energierijke, lees vetrijke mengeling. De duivinnen vliegen twee keer per dag zowat een half uur, rond 9 uur en rond 16 uur. In het begin van het seizoen met de vlag als het nodig is. ‘s Morgens krijgen ze krap een platte lepel voer en ‘s avonds een dikke lepel per duif. Alles moet wel op zijn. Jongen worden aanvankelijk niet volgens een getrapt systeem gevoederd omdat het spel met de jongen niet prioritair is. Jongen moeten de eerste maanden vooral goed en gevarieerd eten om goed uit te groeien. Qua supplementen is het verhaal snel verteld. Bij thuiskomst krijgen de duiven sedochol in het water. Verder gaat er heel weinig spul in het drinkwater. Duiven moeten genoeg drinken, vinden ze bij Sioen, en dat doen ze best met zuiver water. Op het voer worden vooral probiotica verstrekt, daar hadden we het al over: zondag en maandag Probac-1000 in combinatie met oregano-olie en dinsdag en woensdag Probac Energy in combinatie met lecithine-olie. Donderdag krijgen de duiven zuiver eten, zodat ze niet met lange tanden hoeven te eten. “We gaan niet beweren dat dit het enig zaligmakende systeem is,” rondt Luc Sioen dit onderwerp af, “we hebben in het verleden ook allerlei andere dingen gegeven en supplementen of drankjes geprobeerd. Ik weet niet of het er allemaal veel toe doet... Gezonde duiven komen met gezond eten al een heel eind ver.”
En Luc dan ?
De lezer zou kunnen gaan denken dat Luc Sioen in Moorslede de duivensport meer en meer vanaf de zijlijn beleeft. Niets is minder waar natuurlijk. Luc Sioen mag dan wel zijn ambities en voorliefde voor de overnacht opgeborgen hebben, hij blijft in zijn hart een fondspeler met een groot respect voor duiven die een kilometertje meer aankunnen. Hierboven vertelden we al dat Luc en Hilde in 2013 3de werden in de Gouden Duif Competitie en 7e nationaal Kampioen KBDB Fond. Uiteraard was dat niet alleen met de halve fondduiven van Hilde. Bij de zeldzame overgebleven nakomelingen van de Luuszak - u weet nog: die veelal schuwe fladderaars - zaten immers ook nog de nodige kampioenen tussen. Joachim, 3026065-10, bijvoorbeeld won
13 nat. Cahors 8348 d.
52 nat. Souillac 5282 d.
110 nat. Souillac 7760 d.
135 nat. Limoges 14271 d.
163 nat. Libourne 6658 d. Zijn broer 3026080-10 won
7 nat. van 6217 en
10 internat. Bordeaux van 11444 duiven.
Maar ook die gingen er uiteindelijk uit en Luc nam een nieuwe start met de duiven van zijn vriend Georges Bolle. In datzelfde jaar 2013 nam Georges Bolle in schoonheid afscheid van de duivensport als Algemeen Kampioen van de Entente. Leeftijd (78 jaar) en falende gezondheid noopten hem ertoe zijn duiven weg te doen. Luc Sioen zorgde voor de verkoop maar vergat hierbij niet om zijn eigen kweekhok te stofferen met het beste wat er bij Bolle vloog en kweekte. Hij wil deze Kapiteins, Generaals en Kolonels verder telen om er de dagfond mee af te schuimen en... om ze te kruisen met de lijnen waarmee Hilde de grote halve fond domineert. Bij wijze van experiment, nam Luc enkele beloftevolle jonge duivers over van Hilde en zette ze op zijn weduwnaarshok om er dagfond mee te spelen. En raad eens... die kunnen dat blijkbaar ook. Vazil, 3034061-14, bijvoorbeeld (uit NL1742464-11 Spidey, vader Willemina, x NL1742491-11, Bryan, moeder Margaux) won 5 prijzen, waaronder 2 fondvluchten : 11 Fontenay 414 d. 8 Tours 224 d. 21 Châteauroux 942 d Maar dus ook : 3 Brive 315 d. 10 Limoges 375 d. Frakke 3034102-14, een volle broer van Anouk (het superkampioentje met o.a. 4 nat. Poitiers 13134 YL, 9 nat z. Châteauroux 4107 d., 7 prov. Tours 6400 d. enz.) wint : 2 prov. Tours 2463 d. 15 Fontenay 414 d. Maar ook : 55 nat. Jarnac 4559 d. “Talent overschrijdt blijkbaar de grenzen van het systeem”, vat Luc deze krachtpatserij van de snelle duiven van Rik en Willem samen.
Door de wind...
“Luc, ik vertel geen geheim als ik zeg dat sommige mensen je een windspeler noemen... Als er westenwind bij is, blijven jullie duiven thuis...” “Et alors..., zou Mitterrand zeggen, op nationaal vlak is halve fond en zelfs dagfond toch een puur windspel, neen? Als je de wind tegen hebt, ben je nationaal toch kansloos. Als we niet kunnen winnen, spelen we niet mee, zo simpel is dat...” Bij Sioen wordt niet gespeeld voor rankings of kampioenschappen. Dat neemt natuurlijk de druk weg om toch - tegen beter weten in - mee te doen voor de nodige punten of coëfficiënten. “Kijk maar eens op de kaart waar wij hier liggen in de Westhoek: bij westenwind worden wij er nationaal helemaal af gebonjourd... En,” verdedigt Luc Sioen verder zijn standpunt, “wij zijn het toch niet alleen die rekening houden met de reële kansen... het zal toch geen toeval zijn dat er op La Souterraine I veel minder duiven waren op de oostkant nadat hitte en noordoost werd voorspeld.” “Kunnen we dan niet beter het nationaal spel afschaffen? Er is toch wel altijd een deel van het land benadeeld of zelfs kansloos zoals jij het noemt?” werpen we op. “Dat zou ik dan toch ook weer niet doen,” verweert Luc zich, “de sportieve uitstraling van een ‘nationaal’ is in het buitenland erg groot. Voor mensen die de duivensport in België enkel kennen van de geschreven pers en het Internet spreekt een nationale overwinning 100 keer meer tot de verbeelding dan een provinciale of zonale overwinning. Als je dat afschaft, doe je de Belgische duivensport tekort, denk ik. Overigens waait de wind waar hij wil en komt elke regio wel eens aan zijn trekken.” “Maar toch ‘pas’ je als je niet kunt winnen...” “Ja maar er is meer dan dat...,” verduidelijkt Sioen. “Kijk, als ons duiven over Brussel naar huis komen, dan doen ze al gauw 80 of 100 km te veel. Dat kruipt in de kleren he, mensen vergeten dat soms. Ze rekenen dat hun duiven halve fond vlogen maar bijna was het een fondvlucht. Dat is toch wat anders. Maar eigenlijk is mijn voornaamste reden om af te haken bij westenwind dat je de duiven onzeker maakt. Duiven die een paar keer helemaal verkeerd kwamen omwille van verkeerde wind, verliezen hun zelfvertrouwen. Reken maar dat ze volgende keer met minder panache naar huis komen. Als je duiven meegeeft waarvan je op voorhand weet dat ze verkeerd gaan vliegen, dan leer je die als het ware de verkeerde lijn. Dat is mijn idee hierover he, ik kan dat allemaal ook niet bewijzen. Maar nog eens: ik denk dat duiven die altijd op de juiste lijn naar huis komen, met meer overgave ervoor gaan... Alleen met duiven die blaken van zelfvertrouwen kun je een uitslag neerzetten zoals Hilde van La Souterraine.” Hilde zwijgt en luistert naar Luc die zijn visie over de invloed van de wind waarschijnlijk al tientallen keer uiteenzette. En eigenlijk kunnen we er weinig tegen inbrengen. Op de halve fond alleen nationaal meedoen als je kunt winnen... et alors? Ze hebben het daar in Moorslede toch al 5 keer gelapt. Nadoen, zeg ik.